Een EPC NR (Energieprestatiecertificaat voor niet-residentieel vastgoed) toont hoe energiezuinig jouw pand vandaag presteert. Het certificaat bestaat uit twee onderdelen:
EPC-score: een theoretische beoordeling van de energetische prestaties.
EPC-label: vergelijkt het aandeel hernieuwbare energie met het gemeten verbruik.
Samen geven ze je inzicht in de huidige situatie én wat nodig is om klaar te zijn voor de toekomst.
In Vlaanderen is een EPC NR verplicht bij verkoop of verhuur van niet-residentieel vastgoed. Daarnaast geldt er een gefaseerde verplichting, ongeacht verkoop of verhuur.
Om het overzicht te bewaren, zetten we alle belangrijke deadlines nog eens op een rij.
Verplicht voor alle eenheden > 1000 m² BVO
Verplicht voor alle eenheden tussen 500 m² en 1000 m² BVO. Indien een gebouweenheid kleiner dan 500m² deel uitmaakt van een aaneengesloten niet-residentieel geheel van meer dan 1000m² valt dit ook onder deze regelgeving
Minimaal label E voor alle grote eenheden (> 500 m²). Kleinere eenheden (< 500 m²) moeten een geldig EPC kNR hebben, met label afhankelijk van het type gebouw.
Niet-residentieel vastgoed zijn alle panden die niet hoofdzakelijk dienen als woning, landbouw of industrie.
Kantoren, winkels, horeca, eventzalen, showrooms, wellness, praktijken, zorginstellingen
Scholen, ziekenhuizen, bibliotheken, sporthallen, zwembaden, musea.
Gemeentehuizen, politiediensten, postkantoren
Een EPC NR-certificaat is meer dan een verplicht document. Het geeft je een helder overzicht van de energieprestaties van je vastgoed en toont meteen waar er ruimte is voor verbetering. Het is je eerste stap naar een gebouw dat klaar is voor de toekomst.
Wij zorgen voor de officiële en erkende opmaak van jouw certificaat. We analyseren je gebouw grondig en geven je een duidelijk beeld van de huidige situatie, met oog op de doelstellingen voor 2030 en 2050.
Naast het certificaat ontvang je een persoonlijk adviesrapport waarin we aangeven welke maatregelen je kan nemen om je gebouw energiezuiniger te maken. Zo weet je precies welke stappen je kan zetten om voorbereid te zijn.
Tegen 2030 moet elk bedrijfsgebouw minstens energielabel E behalen (incl. minimaal 5% hernieuwbare energie) en tegen 2050 volledig CO₂-neutraal zijn.
We bekijken de huidige prestaties van je gebouw en geven je inzicht in de impact van mogelijke ingrepen. Zo ontdek je tijdig of je op koers ligt en waar nog bijsturing nodig is. Een simulatie geeft je houvast en voorkomt dat je voor verrassingen komt te staan.
De weg naar een CO₂-neutraal en duurzaam bedrijfsgebouw is een complex traject. Elk bedrijf is uniek en vereist maatwerk. Je wordt geconfronteerd met technische, financiële én juridische uitdagingen.
Ecoplatform helpt je om die complexiteit om te zetten in een helder traject. We starten met een grondige analyse, vertalen die naar een concreet plan en begeleiden je van begin tot einde. Zo weet je altijd welke maatregelen nuttig zijn, welke volgorde logisch is en hoe je stap voor stap richting een CO₂-neutraal gebouw gaat.
Wanneer je beslist om te renoveren, nemen wij de praktische kant volledig op ons. We zorgen ervoor dat je renovatieproject van start tot oplevering vlot verloopt. Concree helpen we je met de planning, het aanvragen en opvolgen van offertes en de coördinatie van de werken.
Je hoeft je dus geen zorgen te maken over praktische details en kan erop vertrouwen dat de renovatie zo wordt uitgevoerd dat je energiedoelstellingen ook effectief gehaald worden. Zo worden je ambities werkelijkheid zonder dat je er zelf veel tijd of energie in hoeft te steken.
"*" geeft vereiste velden aan
De voorwaarden om een NR gebouw als groot niet-residentieel gebouw te aanschouwen zijn vaak niet voldoende gekend bij de eigenaars, we lijsten dit nog even op:
Bruikbare vloeroppervlakte > 500 m², of een aaneengesloten geheel van gebouwen waarin een afzonderlijke niet-residentiële eenheid > 500 m² aanwezig is of een niet-residentieel geheel > 1 000 m² aanwezig is.
Indien niet voldaan wordt, valt het gebouw onder het EPC kNR-traject.
Alle niet-residentiële gebouwen moeten beschikken over een energieprestatiecertificaat, tenzij in volgende gevallen:
* Kantoren op een industriële/landbouw site dienen steeds nader bekeken te worden (zie punt 3)
Een industrieel gebouw kan EPC NR-plichtig zijn zodra er een niet-residentieel deel aanwezig is, zoals een kantoor. Een erkend energiedeskundige type D kan nagaan of jouw gebouw onder deze regelgeving valt, op basis van de oppervlaktes van het industriële en het niet-residentiële deel.
Een industrieel gebouw wordt gedefinieerd als een gebouw waar voornamelijk productieprocessen, opslag of andere industriële activiteiten plaatsvinden.
Het EPB attest blijft geldig voor de vermelde termijn (vroeger 10 jaar, nu 5 jaar) en kan tijdelijk gebruikt worden om aan de EPC-verplichting te voldoen. Maar: een EPC Bouw bevat geen label, enkel een score. Voor de labelplicht in 2030 volstaat dit dus niet – daarvoor heb je een volwaardig EPC NR nodig. Anticipeer tijdig en laat Ecoplatform je energielabel simuleren om na te gaan of je voldoende hernieuwbare dekking hebt.
Voor het bepalen van je EPC-label telt enkel lokaal opgewekte én lokaal gebruikte hernieuwbare energie mee. Dat moet bovendien worden aangetoond met meetgegevens over minstens één jaar, gemeten met meters die voldoen aan de officiële nauwkeurigheidsvereisten van VEKA.
In de praktijk loopt het daar vaak mis. Zo voldoet de meter van een omvormer meestal niet aan die eisen, waardoor de productie van je zonnepanelen niet mag worden meegerekend. Tijdens het eerste EPC NR kijkt de energiedeskundige type D na of je meters in orde zijn.
Als dit niet zo is, krijg je voorlopig een label X. Dat is wettelijk in orde en heeft momenteel geen gevolgen voor je attest. Maar: tegen 2030 moet je hernieuwbare energie wél correct en nauwkeurig gemeten worden (met minstens één jaar geldige data). Zonder dat bewijs kan je gebouw niet voldoen aan de minimale labelplicht.
Een renovatieplicht geldt enkel bij overdracht, erfpacht of opstalrecht. In dit geval dient de nieuwe eigenaar binnen vijf jaar een minimumpakket aan werken uitvoeren, zoals dakisolatie, vervanging van enkel glas en een efficiënter verwarmings- of koelsysteem.
Bij louter eigendom of verhuur zonder overdracht is er geen directe renovatieplicht, al blijft de labelverplichting voor 2030 wel van kracht.
Sinds 2023 kan je voor gebouwen < 500 m² vrijwillig een EPC NR laten opmaken. Een energiedeskundige type D kan je adviseren over de voordelen.
I.f.v. het energielabel kunnen meerdere gebouwen op dezelfde site* toegewezen worden aan de scope van het onderzoek. Er zal nog steeds een EPC-attest (en dus ook energiescore) per gebouw toegekend worden, echter zullen de gebouwen die toebehoren tot de scope eenzelfde energielabel verkrijgen.
Dit is voornamelijk interessant indien één gebouweenheid beschikt over een groot aandeel hernieuwbare energie en op zichzelf een goed label zou scoren (vb label A, B of C) terwijl een andere gebouweenheid op dezelfde site door het ontbreken van hernieuwbare energie of relatief hoog verbruik een zeer slecht label (vb label F of G) zou halen. Dit laatste gebouw zou bijgevolg niet voldoen aan de minimale labeleis in 2030. Door deze gebouwen in één ‘Scope’ op te nemen wordt dit label uitgemiddeld en zal dit mogelijks uitkomen op een gezamenlijk label C, D of E.
Het groeperen in één scope is een manier om te kunnen voldoen aan de minimale labeleis voor een volledige site. Dit kan meerdere redenen hebben:
Een EPC NR certificaat met label X is momenteel volledig in orde met de wetgeving.
Om een label te kunnen bepalen zijn er meetgegevens nodig van minstens één volledig jaar. In veel gevallen zijn er geen exacte meetgegevens beschikbaar of ontbreken er bepaalde (tussen)metingen. Ook indien alle gegevens beschikbaar zijn maar er geen hernieuwbare energie gemeten werd en dus een label G zou toegekend worden wordt dit tijdelijk op label X geplaatst.
Tegen 2028/2030 geldt een minimale labeleis voor label E ofwel minstens 5% hernieuwbare energie. Een label X zal hier dan niet volstaan.
Ja, indien er niet voldaan wordt aan de regelgeving krijg je een boete die kan oplopen tot € 5.000 die ten laste is van de gebouweigenaar, erfpachter, opstalhouder of diens gevolmachtigde.
Het betalen van de boete is geen kwijtschelding of opschortende voorwaarde voor de opmaak van het EPC. Dus je moet alsnog een EPC laten opmaken.
De verantwoordelijkheid voor de opmaak van het EPC niet-residentieel ligt steeds bij de eigenaar, erfpachter, opstalhouder of diens gevolmachtigde.
Gebouweigenaars zijn verplicht om minstens jaarlijks en in dezelfde maand de meterstand op te nemen. Ecoplatform raadt aan deze meterstanden maandelijks op te nemen om een goed inzicht te verkrijgen. Bij voorkeur digitaal d.m.v. tussenmeters. Zo kom je nooit voor verrassingen te staan.
Wij maken gebruik van cookies om je een goedwerkende website aan te bieden en je surfervaring aangenamer te maken. Indien je dat wenst, kan je zelf instellen welke cookies je toelaat en welke niet. Meer lezen over het gebruik van cookies.
"*" geeft vereiste velden aan